Terug in Nederland
Tja, daar zit je dan achter je laptop aan de keukentafel bij je ouders thuis. De eerste paar dagen is het mooi om iedereen weer eens te zien en je kunt en mag zo weer inschuiven in het leven wat je 8 maanden geleden hebt achtergelaten. Er lijkt vrij weinig veranderd, maar echt hetzelfde is het ook weer niet, alles lijkt wat bekrompen en benauwend. Ineens bepalen anderen voor jou wanneer er gegeten wordt, heb je ineens weer tijdstippen waarop je met mensen afspreekt en beginnen alle gespreken weer met ‘Nou, wat een weer vandaag hè?'
Onze reis lijkt ondertussen alweer iets uit een ander leven, we bladeren veel door het fotoalbum en dan zie je ineens weer waar je allemaal bent geweest. Op die momenten zelf daar is het allemaal niet zo bijzonder, je bent gewoon weer op je volgende bestemming en vanuit daar ga je vervolgens weer verder naar weer een volgende bestemming. Nu, achteraf, komt pas het besef dat je best een hoop bijzondere dingen hebt gezien en dan kriebelt het direct weer.
Laat het duidelijk zijn dat wij beide nog lang niet in staat zijn om weer 15u in een hobbelende bus te zitten, maar gewoon ‘daar zijn' (en vooral niet ‘hier zijn') klinkt wel alweer erg aanlokkelijk. Gelukkig zijn er nog voldoende bestemmingen over de wereld die wij nog nodig een keer moeten aandoen.
Enfin, wat valt er verder nog te vertellen over onze reis?
Zijn er nog spullen kapot gegaan/gestolen? Ik denk dat wij uiteindelijk niet mogen klagen met enkel een korte broek van mij die gestolen is uit m'n tas en een scheerapparaat dat helaas overleed tijdens een lange busreis. Ons fototoestel was al slecht en dat is er uiteraard ook niet beter op geworden. Al met al niks te klagen dus.
Tijd voor lijstjes!
Welnu, in de categorie ‘8 maanden lang voor niks mee rondgezeuld' op 1 de klamboe die we geen enkele keer hebben gebruikt. Op 2 vinden we de opvouwbare kussentjes en op een keurige 3e
plek toch wel de malariatabletten die we 1 keer hebben ingenomen en daar zo beroerd van werden dat we nog liever malaria kregen.
Lekkerste eten:
1. Thailand
2. Thailand
3. (vooruit) Las Vegas
Vriendelijkste mensen:
1. Tibet
2. Myanmar
3. Paraguay
Niet zo vriendelijke mensen:
1. Rusland
2. Rusland
3. stukjes van China
Mooiste dames:
1. Rusland (Irkutsk)
2. Colombia
3. Brazilie
Leukste accommodatie:
1. Pingyao (China)
2. La Paz (Bolivia)
3. Rapa Nui (Paaseiland)
Minder fijne accommodatie:
1. Luoyang (China)
2. Lhasa (Tibet)
3. Listvianka (Rusland)
Duurste landen:
1. Rusland
2. USA
3. Brazilie
Goedkoopste landen:
1. Nepal
2. Bolivia
3. Laos
Hoogtepunten:
1. Paaseiland
2. Tibet
3. Bagan (Myanmar)
Ergste busreizen:
1. Vientiane - Hanoi
2. Bagan - Inle Lake
3. Yangon - Chaung Tha Beach
Zo, dat was het dan. Ik ben uiteraard een heel ander mens geworden door deze reis. Zo eet ik geen vlees meer, mediteer ik geregeld en heb ik het materialisme helemaal afgezworen. Verder drink ik uiteraard geen alcohol meer, sojamelk is veel beter voor je, en wil ik binnenkort beginnen met gitaarlessen. Gelukkig steunt Sjoukje mij hier volledig in en vertrekken wij binnenkort, zonder spullen, naar een ashram in India om daar onze relatie met elkaar en de wereld om ons heen van een nog sterkere band te voorzien.
Wat een heerlijk weer hè, de afgelopen dagen!
S&Q.
Las Vegas
Vanaf Paaseiland vlogen we terug naar Lima, waar we een nachtje zouden moeten overnachten om de volgende avond het vliegtuig naar Las Vegas te kunnen nemen. Waar ik ‘vliegtuig' zei, moet eigenlijk ‘vliegtuigen' staan, want het was nog een best wel helse trip eer we in Las Vegas waren...
Op het vliegveld van Lima werden wij opgewacht door onze ‘pick up' met een naambordje, dus wij voelden ons enorm belangrijk. Vanaf het vliegveld was het maar 5 minuten naar het hostel, maar daar
hebben belangrijke mensen natuurlijk gewoon een pick up voor.
De volgende dag hebben we tot 19u in het hostel gewacht tot we weer terug moesten naar het vliegveld voor onze reis richting Las Vegas. Een paar maanden geleden hebben wij eens een keer een nacht
op het vliegveld van Los Angeles moeten doorbrengen en dat doen we dus nooit meer.
Rond 22u vlogen wij van Lima naar Bogota, waar we fijn tot 6u 's ochtends mochten wachten op ons vliegtuig van Bogota naar San Salvador. Vanaf daar vlogen we vervolgens door naar Los Angeles waar we een vliegtuig naar Las Vegas moesten zien te vinden. Aangezien er 3 Zuid Amerikaanse vluchten nodig waren om ons van Lima naar Los Angeles te brengen hadden wij besloten om te wachten met het kopen van ons ticket LA-LV tot we daadwerkelijk op LAX waren, er kon immers zoveel misgaan in de tussentijd...
Er zijn een stuk of 7 maatschappijen die meermaals per dag van LAX naar LV vliegen en een ticket kost doorgaans zo rond de $70-80. Toen wij aankwamen op LAX zijn we dus naar de balie van Delta
gelopen om een ticket te kopen voor de volgende vlucht met hen richting LV. ‘Dat kan meneer, dat wordt dan $398,72 voor 2 personen.'
Juist, U maakt een grapje zeker? Nee hoor, dit is ons last-minute-tarief.
En wij maar denken dat last minute wel eens goedkoop kon zijn...
Bij de balie van American Airlines kregen we hetzelfde tarief voorgeschoteld, maar toen de man zag hoe blij wij met dat tarief waren stelde hij voor onze tickets toe te voegen aan onze vorige
tickets oid waardoor we $40.- per ticket bespaarde. Onze vluchten van Lima naar Los Angeles waren met Taca en die zaten in dezelfde ‘vliegcoalitie' als American Airlines, dus zodoende konden wij
$80.- besparen. Vraag mij niet hoe het precies zit, maar onze tickets waren nu maar $316.-, dus dat besloten we maar te doen, we moesten immers toch in Vegas zien te komen. Best aardig van die man
om met ons mee te denken, ons humeur was in ieder geval direct weer wat beter. Al blijft $158.- voor een vlucht van 50 minuten natuurlijk belachelijk.
Les: Voortaan kopen wij gewoon weer onze tickets online en van te voren.
Vanuit het vliegtuig zagen we even later alweer Las Vegas liggen, dat blijft toch elke keer weer een heerlijk gezicht. Waar in Azië Bangkok ondertussen als een 2e thuis is geworden, zo is Las Vegas dat voor ons aan deze kant van de wereld. Dit is ondertussen alweer de 4e keer dat ik hier ben en Sjoukje's 3e keer en het zal ook niet onze laatste keer zijn.
We zaten weer in hetzelfde hotel als 2 jaar geleden, maar tot onze verbazing bleek het zowaar gerenoveerd te zijn, de kamer zag er meer dan prima uit en we hadden nog uitzicht op ‘the Strip' ook. Sjoukje sprong onder de douche en ik rende naar mijn favoriete casino voor een potje bier en poker. Eenmaal daar vernam ik het trieste nieuws dat dit casino volgende week tegen de vlakte gaat om ruimte te maken voor het grootste reuzenrad ter wereld. Eeuwig zonde.
De volgende ochtend zaten wij al vroeg bij de Starbucks om te ontbijten met onze ontbijtcoupons à $9.- pp. Daarna gingen we snel de bus in richting het ‘Shopping Centre North' om na 8 maanden eindelijk nieuwe kleren te kopen.
De dag daarna gingen we opgedoft en wel naar een show van de illusionist Criss Angel. De show viel helaas nogal tegen, Criss Angel is een groot fan van Criss Angel en ondertussen valt hij het publiek lastig. Amerikanen vinden dat prachtig, wij wilde ons geld wel terug.
Vrijdag zou er een ‘grande opening' zijn van de Ralph Lauren winkel in het ‘Shopping Centre South' en daar zouden wij om 9u voor de deur gaan staan. Helaas moest Sjoukje die ochtend in haar eentje die kant op, want ik besloot te gaan pokeren/bierdrinken tot 6:15u in de ochtend om vervolgens ook nog uit het casino gegooid te worden omdat ik ‘too intoxicated was' en niet in staat was om 2,5u later alweer op te staan..... What can you do, this is Vegas.
Om 13u was Sjoukje alweer terug, de opening was een aanfluiting. De volgende dag zijn we toch weer die kant op gegaan voor ‘Las Vegas shopping nr2' en kwamen we toch weer met volle tassen terug.
De dag daarop zijn we 's avonds nog naar een show van Cirque du Soleil geweest over the Beatles. Deze show was gelukkig weer als vanouds erg leuk en het wordt nu zo onderhand wel erg lastig om bij een volgend bezoek nog een leuke show te bezoeken die we nog niet gezien hebben. Het valt niet mee om ons te zijn af en toe.
Onze 1 na laatste dag besloot Sjoukje dat ze toch nog niet genoeg geshopt had en dat de zusjes ook nog wel een cadeautje verdiende, dus ging zij nog maar een keer op pad en kroop ik maar weer aan de pokertafel.
Op onze laatste dag moesten we om 11u uitchecken en ons vliegtuig zou pas om 17:30u vertrekken. Vegas begon z'n tol weer te eisen; weinig slaap, veel alcohol, koude airco, warmte buiten, veel vet eten en overal muziek, geluiden en geschreeuw... We besloten de kamer maar bij te boeken tot 16u zodat we rustig konden wachten tot we naar huis mochten.
Onze backpacks vol met nieuwe kleren bleken bij het inchecken gelukkig niet te zwaar en zo konden wij 's avonds het vliegtuig in voor een laatste 11uur durende vlucht naar Frankfurt, richting huis. Dan is het ineens toch echt afgelopen.
Een na laatste verslag.
S&Q.
N.B.
- Ons hotel had een actie waarbij je elke dag voor gratis ‘iets' aan een rad mocht draaien.
- Wij draaiden telkens ‘Free drink', die we vervolgens wel met iemand konden ruilen voor ‘2 for 1 buffet' waardoor wij de hele week extreem goedkoop hebben gegeten.
- Ook draaiden wij een keer $75,- aan ‘free gambling credits'. Die kon je dan in de gokkast stoppen, waarna Sjoukje er keurig $70 uit wist te halen (gokken met gratis geld is best leuk).
- Hotdog-eet-wedstrijden zijn best wel heel grappig om te zien.
- In Las Vegas mochten we eindelijk, na 8 maanden, weer ‘gewoon' wc-papier doorspoelen!
- Wat een heerlijke stad.
Paaseiland
Vanaf het vliegveld van Paaseiland was het een 2 minuten durende rit naar Hanga Roa, het enige stadje op dit afgelegen eilandje met 5.000 inwoners. Eenmaal in het guesthouse kregen we een heerlijk ontbijt met allerlei verse vruchten en verschillende soorten kaasjes en sprong er een piepklein wit kittentje op Sjoukje's schoot op zoek naar kaas en ham. De daarop volgende 4 nachten sliepen wij dus met een kitten op onze kamer tussen ons in. Dat het schattige beestje vlooien had was uiteraard van onderschikt belang. Het enige waar we echt op moesten letten was ‘oma', de oude vrouw die de keuken runde en iedereen een draai om de oren gaf die ze het poesje zag voeren.
Paaseiland is belachelijk duur omdat alles moet worden ingevlogen dan wel ingescheept en het dichtst bijzijnde bewoonde eilandje is meer dan 2000km verderop. Een paar plakjes salami in het
supermarktje kostte $8.- en wij zijn vanwege ons 12 jarig jubileum nog uit eten geweest voor $85.- Een dag tour met gids en busje kost $60pp en fietsen huren $20pp.
De beste deal op het eiland is waarschijnlijk de tonijn-kaas empanada voor $5.- die erg groot en lekker is en die je op elke straathoek wel kunt krijgen.
Om het eiland en haar beelden te bekijken (het zijn er veel) zijn wij 1 dag wezen mountainbiken en hebben wij 1 dag een tour met een gids gedaan. Vooral die dagtour was zeker de moeite waard. Een stinkhippie uit ons guesthouse wilde die tour ook wel doen, maar vond $60 uiteraard belachelijk duur, dus hij besloot te gaan lopen... De tour per bus duurt toch al gauw 8 uur. Ergens in de middle of nowhere kwamen wij hem weer tegen en hij zou nooit voor het donker terug zijn, dus besloot onze gids hem maar mee te nemen, met als gevolg dat hij dus gratis de helft van onze tour meedeed... En dan aan het einde ook geen tip/fooi geven ofzo terwijl je weet wat zo'n tour normaal kost. Walgelijk.
De mountainbiketour viel ons behoorlijk zwaar, na 7 maanden niet bewogen te hebben is 6 uur heuvel op, heuvel af wellicht niet direct het prettigste om te doen. De volgende dag lagen wij dan ook de hele dag met spier- en zadelpijn plus kitten in foetushouding op ons bed een beetje zielig te wezen.
's Avonds hebben we nog een pracht van een voetbalwedstrijd mogen aanschouwen in het stadje. De enige echte derby van Rapa Nui (Paaseiland) tussen Hanga Roa en Hange Repa met als inzet de ‘Copa Lan'. Het ‘stadion' was voor iedereen vrij toegankelijk en het niveau was niet mis. Na de eerste helft (1-0 voor Hanga Roa) hielden wij het wel weer voor gezien, maar een ervaring was het zeker.
Op onze een na laatste dag gingen wij vol goede moet op pad om de vulkaankrater te beklimmen, want dat moest echt prachtig zijn. Met een fles water en gesmeerde broodjes in de rugzak liepen wij het
stadje uit langs het vliegveld richting de vulkaan...
Kennen jullie dat, dat je beide vindt dat je iets moet doen, maar er beide geen zin in hebt en dan maar hoopt dat de ander voorstelt om het niet te doen, zodat jij over je hart kan strijken om die
ander z'n zin te geven, terwijl je dat stiekem maar al te graag doet?
Goed, het duurde uiteindelijk toch nog dik een half uur voordat we weer met de kitten op schoot in het zonnetje konden zitten onder de mangoboom bij ons guesthouse onder het genot van een glaasje
koude Crush (mierzoete nepFanta). De krater hebben we niet meer gezien, maar het was wel goed zo, de uitputtende veldslag die Vegas heet lag immers nog in het verschiet en wij zouden onze krachten
nog hard nodig hebben.
S&Q
N.B.
- Het vliegveld van Rapa Nui is ooit door NASA aangelegd als uitvalbasis voor spaceshuttles. NASA heeft ook de enige verharde weg op het eiland aangelegd.
- Er is 1 strand op het eiland waar je kan zwemmen. De rest is gevaarlijk vanwege de stroming.
- Dit ene strand is dan wel een van de mooiste stranden ter wereld met wat beelden op het strand, palmbomen, wit zand en prachtig blauw water.
- Vliegen met LAN naar en van Rapa Nui is erg duur, maar wel bijzonder comfortabel!
- Op het eiland is een magische steen die je moet aanraken voor ‘good luck'. Aangezien ons groepje uit louter Nederlanders bestond stelde onze gids maar voor om de steen over te slaan; Jullie
Nederlanders zijn toch nooit geïnteresseerd in die dingen...
Colombia
Bogota ligt op zo'n 2500m, dus heel erg warm was het daar niet. De pizza's de eerste avond kostte $11.- per stuk en de was kostte ons $15.-... Wow, dat was niet helemaal wat wij in gedachten hadden. In Bogota zijn verder vooral heel veel musea, waarvan het Museo del Oro (goudmuseum) toch wel de topattractie moet zijn. Wij hebben het officieuze record ‘bliksembezoek' daar flink aangescherpt door binnen 10 minuten weer buiten te staan. Nee, de pijp was echt leeg en het was lamlendigheid troef. Zo lamlendig dat wij, ondanks dat Bogota niet boeiend was, toch een nacht extra hebben geboekt omdat geen van ons zin had de backpack weer in te pakken. Gelukkig was er Champions League voetbal en is bier vrij goedkoop hier.
Aangezien het ‘Semana Santa' was, was er geen hostel meer beschikbaar aan de kust en de kans dat Sjoukje nog eens 20 uur in een bus daar naartoe ging zitten leek mij bijzonder klein. Maarja, de hele reden om naar Colombia te vliegen was juist om nog even wat much needed beachtime te genereren. Gelukkig was daar Copa weer, onze favoriete airline, die ons voor het schappelijke bedrag van $90pp wel in 5 kwartier naar Santa Marta wilde vliegen. Zeker als je bedenkt dat de 20uur durende busrit al bijna $60pp kost, moet je wel haast een dief van je eigen welzijn zijn om dit te laten schieten. Sjoukje vond ook nog eens een beschikbaar hostel voor $28 per nacht via een obscure site, dus vol nieuw hervonden energie sprongen wij in de taxi naar het vliegveld. Op naar het strand!
In het Caribische Santa Marta was het overdag 40 graden en 's nachts koelde het af naar een frisse 29 graden en de ‘airco' in onze kamer zorgde 's nachts voor een aangename temperatuur van 28,7 graden. Lekker slapen in een plas zweet met 24 uur per dag ritmische salsa uit bars, winkels, huizen en auto's.
De volgende ochtend wisten wij niet hoe snel we ons naar het strand moesten begeven voor een broodnodige frisse duik... Eenmaal bij de boulevard zagen wij een strandje van zwart zand, een zee vol plastic en een 4tal vrachtschepen op zo'n 10 meter uit de kust voor anker liggen. Niet direct wat wij verwachtte van dé Caribische badplaats van Colombia, noem ons verwend, maar hier gingen wij dus écht never, nooit het water in.
Tja, jezelf weer in gang trekken bij 40 graden vergt nogal wat van een mens, dus pas na 4 dagen hadden wij de moed weer gevonden om verder te gaan. De volgende bestemming was Palomino, een idyllisch (dus primitief) strandje 2,5u verderop wat Tim ons had aangeraden, die dat weer van vrienden had vernomen. De busreis verliep bijzonder soepel, maar vanaf Palomino was het nog een kwartier lopen met bepakking in de brandende zon om bij het strand te komen. Eenmaal daar bleek er een heerlijke zeewind te staan en was het met zo'n 30 graden bijzonder aangenaam, zeker in een van de vele hangmatten tussen de palmbomen in de wind (oppassen voor vallende kokosnoten!). Veel meer dan in je hangmat hangen is er ook niet te doen, gelukkig hadden wij net weer een hoop films gedownload in Brazilië, dus met de Ipad in de hangmat hielden wij het hier wel even uit.
Na een paar dagen zonder internet kreeg ik echter toch wel een beetje ontwenningsverschijnselen, dus besloten wij maar weer terug te gaan naar Santa Marta om daar te overnachten om vervolgens door te gaan naar Cartagena.
Semana Santa was ondertussen voorbij, dus in Santa Marta was weer van alles beschikbaar. Zo ook dat ene hostel met zwembad én moderne airco en wifi op de kamer, gerund door 2 Amerikanen. Kost wat, maar dan heb je ook wat.
Die ene nacht werden er natuurlijk 3, daar hoef je niet helderziend voor te zijn en zo werd Santa Marta uiteindelijk toch nog een bestemming met goede herinneringen.
Vanuit het hostel werd er een shuttlebusje geregeld naar Cartagena dat ons van deur tot deur zou brengen. Was wel veel duurder dan de local bus, maar wij doen al heel lang niet meer, dus dit leek ons een prima plan. Vlak voor Cartagena werden wij er allemaal ineens uitgegooid, het busje mocht niet verder en wij moesten maar met taxi's naar onze hostels... Blijkbaar was Obama in town, samen met zo'n beetje alle leiders van alle landen uit Noord en Zuid Amerika (op Chavez en Castro na uiteraard), om over van alles en nog wat te vergaderen, oa over Chavez en Castro, en daardoor was het centrum hermetisch afgesloten.
Cartagena is wellicht het mooiste stadje van heel Zuid Amerika en eerlijk is eerlijk, het oude centrum ziet er prachtig uit met koloniale huisjes en overal gekleurde balkonnetjes. Hoe toeristisch ook, op zondag was het gewoon weer onmogelijk om ergens wat te eten, want zondag is en blijft zondag. Punt.
Vanaf Cartagena vlogen we via Bogota naar Lima, waar we dan 8 uur zouden moeten wachten op onze vlucht naar Paaseiland. Bij het inchecken in Cartagena bleek er iets aan de hand, maar na wat stempels en wat heen en weer gestuurd te zijn kregen wij ineens 150.000 Peso's ($62) in onze handen geduwd. Normaal moet je als je Colombia uitvliegt nog $31pp aan ‘airport-tax' betalen, maar dat zat blijkbaar al in onze ticketprijs inbegrepen, dus nu kregen wij dat terug. Geen idee waarom wij dan dat geld terug zouden moeten krijgen, nu hebben wij immers niks betaald, maar prettig was het wel...
Onze bagage werd doorgecheckt tot Lima, waar wij deze dan zouden moeten oppikken om vervolgens in te checken voor Paaseiland met een andere maatschappij. Op het vliegveld van Lima werden wij echter tegengehouden voor wij bij onze bagage konden; om bij de bagage te komen moest je eerst door de immigratie en als je dan weer incheckt moet je $31 airport-tax betalen, dus als jullie achter de douane blijven en naar het kantoortje van de ene maatschappij gaan om te vertellen dat ze jullie bagage naar de andere maatschappij moeten brengen en vervolgens bij het kantoortje van de nieuwe maatschappij inchecken, dan hoeven jullie geen $62 te betalen... Ja, dat klinkt als een waterdicht systeem.
Vraag niet hoe, maar uiteindelijk is alles goed gekomen en werden wij de volgende ochtend, mét bagage om 5uur met een bloemenketting welkom geheten op het minuscule vliegveldje van Rapa Nui, zoals Paaseiland in het Polynesisch wordt genoemd.
Bijna terug.
S&Q.
N.B.
- De theorie is dat wanneer je vanuit het Noorden van Mexico en het Zuiden van Argentinië naar elkaar toe beweegt, de mensen steeds mooier worden. Colombia is dan het punt waar je elkaar ontmoet en
waar de mensen het mooist zijn. Daar zit wel wat in.
- Colombia bleek niet uitgesproken goedkoop.
- Behalve het locale bier dan en dat is maar goed ook, want Colombianen zijn een dorstig volk.
- In Santa Marta het beste stukje vlees op deze reis gegeten bij een Mexicaans restaurant.
- In Cartagena het slechtste stukje vlees op deze reis gegeten. S's salade was ook verschrikkelijk.
- Wij hielden het in Palomino 4 dagen uit, sommige mensen zaten daar al 3 maanden in dit ‘paradijs'.
- We moeten sowieso nog een keer terug naar Colombia voor het National Park, de Verloren Stad, de Koffieregio, Medellin en Capurgana. Er zijn ergere dingen.
Speed visiting Brazilië en Argentinië en terug naar Paraguay
Ons hostel in Foz do Iguacu, het grensplaatsje dat als uitvalsbasis dient voor bezoekjes aan de Iguacu watervallen, bleek een ware Nederlandse kolonie. Het feit dat het hier om het goedkoopste hostel in het stadje gaat zal hier allicht debet aan zijn. Brazilië is tegenwoordig de 6e economie ter wereld met als gevolg dat het land voor arme backpackers vrijwel onbetaalbaar is geworden. Noodgedwongen sliepen wij dan ook voor de 2e keer in 7 maanden in een dorm in plaats van een private room. Verder lag het hostel nog nét in het goede deel van het stadje, wij hebben er maar voor gezorgd dat we elke middag voor het donker weer binnen waren. Het internet was er supersnel, dus wij hebben tijdens ons verblijf even snel voor 50GB aan films en series binnengehaald.
De dag na aankomst stond de Braziliaanse kant van de watervallen op het programma, met de bus was je er binnen 25 minuten, en 4 uur later zaten wij alweer in het hostel. Tja, die watervallen zijn
spectaculair, maar langer dan een uurtje kan ik er toch echt niet naar kijken. Alles was wel supergoed geregeld daar in Brazilië.
De Braziliaanse kant is de ‘overzichtskant' en ligt wat lager dan de Argentijnse kant die meer een (uit)zicht van bovenaf geeft.
De volgende dag gingen we bijtijds op pad richting de Argentijnse kant. De bus gooide ons er bij de Braziliaanse grens uit en we kregen een papiertje mee waarmee we de volgende bus konden nemen.
Even een exit-stempel halen bij het kantoortje en 25 minuten wachten op de volgende bus. Deze bus bracht ons naar de Argentijnse grens 2km verderop en wachtte zowaar op ons terwijl wij onze
entry-stempel voor Argentinië haalden.
Eenmaal in Argentinië moesten we nog een keer van bus wisselen en zo kwamen we ook redelijk soepel aan bij de Argentijnse kant van de watervallen.
Waar je bij de Braziliaanse kant met allerlei soorten valuta de entree kan betalen, kun je bij de Argentijnse kant enkel en alleen met Peso's betalen en die hadden wij dus niet...
‘Is er hier een pinautomaat?' Ja hoor, door de entree en na 300m rechts.'
Ik heb uiteindelijk niet eens complete bergen hoeven te verzetten om zonder kaartje het park in te mogen om te kunnen pinnen, om vervolgens buiten een kaartje te kunnen kopen. Viel weer 100% mee.
Met een treintje kun je aan deze kant naar verschillende niveaus om de watervallen van onder en boven te bekijken. Ook zijn er routes uitgezet, waardoor deze kant beduidend meer tijd kost om te bezoeken dan de Braziliaanse. Het absolute (letterlijke) hoogtepunt is de zgn. ‘Devil's throat' waar de rivier loodrecht door een vrijwel ronde opening naar beneden buldert. Het lijkt een beetje op het afvoerputje van de wereld. Erg indrukwekkend.
In het park lopen ook wilde dieren rond, die al lang niet meer onder de indruk zijn van mensen en van iedereen voedsel stelen. Geen idee wat voor beestjes het zijn, maar er hangen overal borden dat je ze niet mag voeren... Die borden hangen er ook niet voor niks, die beestjes hebben een hoge aaibaarheidsfactor, maar zodra je er een voert wordt je aangevallen en dat gaat niet bepaald subtiel zoals ik uit eerste hand heb mogen ervaren... Zal mij leren.
Op de weg terug wachtte de bus weer braaf op ons bij de Argentijnse kant en mochten we dit maal meer dan een uur wachten bij de Braziliaanse kant op de volgende bus terug naar het hostel. Ging uiteindelijk vrij soepel allemaal en was vele malen goedkoper dan de georganiseerde tours die je kunt boeken in Brazilië naar de Argentijnse kant. Doen wij gewoon.
De dag daarop moesten we weer zien terug te komen in Asuncion, omdat we vanaf daar, via Panama, naar Bogota, Colombia zouden vliegen. Hadden we op de weg hier naar toe nog 1x een taxi nodig, vandaag zouden we de terugweg zonder taxi gaan proberen. Vanuit het hostel liepen we naar de bushalte waar de bus ons naar de grens bracht. Even exit-stempel halen en lopend over de brug naar de Paraguayaanse grens en daar een entree-stempel halen. Toen waren we weer in Ciudad del Este (De supermarkt van Zuid Amerika) en moesten we naar het busstation. Op de heenweg was het hier dat wij een taxi namen (busstation-brug), maar nu zouden we een bus gaan zoeken.
Gelukkig was het zaterdag en zoals jullie weten zijn supermarkten doorgaans vrij vol op zaterdag, zo ook Ciudad del Este. Het was bloedheet, druk, we liepen met onze backpacks en iedereen wilde wat
van ons en er was geen bus te bekennen... Ja, dat was gezellig.
Ik had mijn backpack alweer in een taxibusje gegooid en was met de chauffeur in onderhandeling over de prijs, maar Sjoukje was op de een of andere manier vastberaden om het vandaag zonder taxi te
doen. Uiteindelijk is het min of meer gelukt om met de bus naar de busterminal te komen (de helft van de afstand alsnog gelopen vermoed ik...) en zaten we niet veel later in de bus richting
Asuncion.
Eenmaal in Asuncion moesten we nog naar het vliegveld. Er bleek geen directe bus van de busterminal naar het vliegveld te gaan, dus moesten we ergens zien over te stappen. Gelukkig wilde iedereen ons wel weer helpen, dus dat ging uiteindelijk ook vrij soepel. Ik denk niet dat het ons zonder hulp gelukt was, dus het is maar goed dat de Paraguayanen zo lief zijn voor die 10 toeristen die jaarlijks hun land aandoen. ‘Bij' het vliegveld gooide de buschauffeur ons op de snelweg eruit en moesten we vanaf daar maar naar het vliegveld lopen, er was geen halte dichterbij...
Onze vlucht ging om 2uur 's nachts en het was pas 21uur en op dit reusachtige vliegveld was precies 1 restaurantje, maar wel met wifi, dus dat kwam helemaal goed.
We vlogen met COPA (prettige maatschappij!) naar Panama City waar we 2,5uur moesten wachten op onze vlucht naar Bogota.
In Bogota reden er 100 minivans rond, maar geen een met het juiste bordje met bestemmingen die wij nodig hadden, dus na een half uur zijn we op goed geluk maar ingestapt en was er een Amerikaanse Colombiaanse die ons gelukkig verder kon helpen zodat we 45 minuten later in ons hostel aankwamen. De volgende keer zorg ik er echt voor de ik Spaans spreek...
In Colombia hebben we 17 dagen die we, als het even lukt, vooral gaan doorbrengen in de warmte op het strand. Wij doen in ieder geval niet zo veel meer.
Tot snel!
S&Q
N.B.
- Heeft in Azië iedereen een hekel aan Russen, in Zuid Amerika zijn het de Israëliërs die men liever kwijt dan rijk is.
- De brug tussen Brazilië en Paraguay is wellicht het drukste stukje asfalt ter wereld; honderden motortaxi's rijden daar af en aan om Brazilianen met tassen vol Pampers en elektronica terug naar
Brazilië te brengen.
- Zuid Koreaanse meiden vinden het doodnormaal om hun gebruikte maandverband in de douche achter te laten, maar een kakkerlak vindt men dan wél vies.
- In Brazilië en Argentinië spreekt men over het algemeen gelukkig Engels.
- Dat is vooral in Brazilië erg welkom; communiceren in het Spaans is een uitdaging, in het Portugees vooralsnog totaal onmogelijk.
- Paraguayanen staan samen met de Tibetanen en Myanmaresen in de top 3 van onze lijst ‘vriendelijkste bevolking'.
Paraguay
Dan ben je ineens in Paraguay. Kennen jullie iemand die wel eens in Paraguay is geweest? Wij dus ook niet, dat heeft ook een reden...
Niks dan respect voor de tomeloze, onuitputtelijke fantasie van de Lonely Planet schrijvers om toch een 100tal pagina's vol te schrijven over dit landje.
Vanaf het vliegveldje van Asuncion gingen wij met de taxi naar ons hotel in het centrum. We hadden niet kunnen reserveren, want het hotel had geen website. Als dat maar goed gaat.
Kom je doorgaans eerst door ‘sloppenwijken' voordat je met de taxi het centrum bereikt, wij kwamen eerst vooral langs weilanden met dikke koeien, daarna de nodige villa's en shoppingmalls en onderweg had ik al meer Mercedesen gezien dan in heel Peru&Bolivia samen. Een onbekend land, maar men heeft het overduidelijk goed hier.
In ons hotel met ziekenhuisuiterlijk waren wij voor zover wij konden zien de enige gasten en toen wij om een plattengrond van de stad vroegen bleek dat lastig, zoiets als een standaard toeristenmap bestaat hier niet, er zijn hier namelijk geen toeristen.
Op zoek naar eten bleek de hele stad uitgestorven, er was werkelijk niemand op straat op een 100tal politie/militairen na, die overigens uitermate vriendelijk waren. Het was zondag en een zondag in
Paraguay is nog een echte hardcore zondag. Uiteindelijk vonden we een terrasje waar we op goed geluk wat bestelden en waar we voor het eerst geconfronteerd werden met de grote voorliefde van
Paraguayanen voor ham, kaas en friet. Alles wat je in Paraguay bestelt komt met ham, kaas en friet. Goed, er zijn absoluut ergere dingen, maar opmerkelijk was het in ieder geval wel.
Tijdens het eten kwam er ineens een optocht voorbij waarin de Paraguayanen de Spanjaarden versloegen, of althans dat is wat wij er van konden maken. Nou, dat was wel een happening en zo plots als
de optocht er ineens was, zo plots was hij ook weer verdwenen. Het was de week van het theater in Paraguay oid.
De volgende ochtend kwam de regen met bakken uit de hemel, niveautje straten blank en het wordt niet meer droog vandaag. Rond 14uur kregen we toch echt wel honger en zijn wij er toch maar opuit gegaan. Drijfnat geluncht, drijfnat een supermarkt in geweest en snel weer terug naar bed.
Sinds ik het met Tim in Sucre over Colombia heb gehad was ik eigenlijk al om, maar Sjoukje stribbelde nog tegen. Een keer goed natregenen doet echter wonderen en 's avonds hebben we dus maar vliegtickets geboekt naar Colombia voor 1 April. Even nog 1 à 2 weken écht mooi weer en strand... De vliegtickets waren uiteindelijk duurder dan gedacht, dit omdat het vanaf 30 maart ‘Semana Santa' is, de heilige week voor Pasen en dan krijg je naar het schijnt complete volksverhuizingen in Zuid Amerika. We zien het wel tegen die tijd.
We vliegen vanaf Asuncion en in de tussentijd moeten we nog even snel op en neer naar de Iguacu watervallen over de grens in Brazilië en Argentinië zo'n 8 uur verderop.
De volgende dag was het alweer heerlijk weer en moesten we dus opzoek naar bustickets richting de grens, dat bleek uiteindelijk makkelijker dan verwacht aangezien de man op het kantoortje redelijk Engels sprak en iedereen het maar wat mooi vind om die 2 gekke toeristen te helpen. Daarna nog geprobeerd toeristje te spelen in Asuncion, maar er is echt bijzonder weinig. Wel kwamen we nog langs een outdoor fotoshoot van een stel dames waarvan het beroep zich wel doet raden...
Met de lunch koos ik weer een willekeurig gerecht, goed ik herkende de woorden ‘ham' en ‘kaas' wel, maar wat ik kreeg sloeg toch wel weer alles: patat met rolletjes kaas en rolletjes ham. Sjoukje
had een wat saaie salade, dus gecombineerd hadden we toch een mooie maaltijd.
Zeer verfijnd die Paraguayaanse keuken.
Met het avondeten kwamen we nog een Paraguayaanse-Limburgse (?!) tegen, die het wel heel grappig vond om Nederlands te horen in Asuncion. Daarna kwam er nog een hele vreemde Engelsman naast ons zitten die wel even ging vertellen dat je geen kaas moest eten vanwege geen idee, want ik zat alweer op de kast. Ten eerste is kaas heel lekker en ten tweede is het godsonmogelijk om in Paraguay geen kaas te eten. Check please en snel naar bed, morgen een drukke dag.
De dag daarop hebben wij weer eens echt de die-hard backpacker gespeeld: De uitdaging van die dag bestond uit hotel-busstation-grensstad-grens-grensstad-watervaldorp-hostel en uiteindelijk hebben we maar 1x! een taxi genomen, best goed vonden wij zelf.
We zitten nu in een hostel in Brazilië en vanuit hier gaan we 2 dagen de watervallen bekijken en daarna mogen we dezelfde weg weer terug richting Asuncion voor onze vlucht naar Colombia.
Minder dan 5 weken nog.
S&Q.
N.B.
- Ciudad del Este, de grensstad van Paraguay heeft als bijnaam ‘de supermarkt van Zuid Amerika' met als motto: als je het hier niet kan vinden, bestaat het niet.
- In Asuncion heb je gewoon free wifi in het park, in Nederland lopen we zo achter op dat gebied.
- Als in Asuncion een dansschool een workshop geeft op het plein, doet iedereen mee. Moet je in Nederland eens proberen...
- Paraguayaanse empanada's zijn erg goed, vooral die met ham en kaas uiteraard.
- Zet 22 manke, geblinddoekte katten op een plein met een voetbal en er is een Paraguayaans TVstation dat het uitzendt.
- Paraguay is rustig, vriendelijk en redelijk prijzig. Het is jammer dat er niks is, want wij vinden het verder wel een prettig landje en je voelt je als toerist heel speciaal.
Bolivia
Na in het regenachtige Copacabana nog even snel een hostel in La Paz te hebben gereserveerd vervolgende wij onze weg in een nieuwe bus. Voor ons zat een Nederlands stel waarmee de tijd prima gedood
kon worden en al snel doemde daar La Paz op in het dal voor ons.
Laat ik het zo stellen; La Paz zal niet voorkomen op ons lijstje '10 mooiste steden bezocht'.
Eenmaal bij ons hostel bleek onze reservering nog niet doorgekomen oid, ze hadden in ieder geval geen kamer voor ons. Maar we konden wel, voor hetzelfde geld, in het hotel in een straat hier
verderop, dat was van dezelfde kwaliteit...
Tot onze verbazing bleek ons nieuwe onderkomen zomaar een heuse upgrade en wij waren dan ook in onze nopjes. Met het avondeten bleken we ook nog per toeval hetzelfde restaurant binnen te lopen waar het Nederlandse stel uit de bus ook aan het eten was en zo gebeurde het dat wij zomaar na 22u in ons bed lagen. Een heus Zuid Amerikaans record voor ons...
In La Paz hebben we verder, op een fietstochtje over 's werelds gevaarlijkste weg na, niet bijzonder veel gedaan. We moesten wat dingen regelen en we hadden tenslotte een mooie hotelkamer. Toen we besloten om een nachtje langer te blijven moesten we helaas wel het ‘normale' tarief voor de kamer betalen, maar dat mocht dan wel een keer voor een nachtje.
Vanaf La Paz gingen we met de nachtbus naar Uyuni waar we een 3 daagse tour over de zoutvlaktes, lagunes met 13.000 flamingo's, termaal baden en geisers zouden doen. In ons groepje van 6 zat onder meer een rare Fransman die echt een uur in de wind stonk. Iedereen was dan ook maar wat blij toen de beste man besloot ook een duik te nemen in het termaal bad. De tour was verder zeker de moeite waard, al vonden wij die 3e dag er wellicht eentje teveel. Bij een aantal stops hebben wij al niet meer de moeite genomen om de jeep uit te komen, gelukkig vond onze gids dat wel grappig en hebben wij dus verder niemand beledigd.
Eenmaal terug in Uyuni ging de rest van ons groepje direct door in nachtbussen naar andere oorden. Wij besloten om lekker een nachtje te overnachten hier en vooral even een 3 uur durende warme douche te nemen. Met zekerheid een van onze betere beslissingen tot nu toe.
De ochtend daarop gingen wij dus uitgeslapen en vooral schoon opweg naar Sucre waar Geke en Tim op ons wachtte. In de bus zat een Engels stel dat naar hetzelfde hostel in Sucre zou gaan, dus daar
konden we mooi een taxi mee delen. Tja, soms kom je leuke mensen tegen (La Paz) en soms ‘andere' mensen... Zuid Amerika was vreselijk eng en onveilig en voor de rest ben ik gestopt met luisteren.
De hamburger die ik onderweg van een oud vrouwtje kocht daar kreeg ik sowieso last van. Ik hoef niemand uit te leggen dat ik daarop uit baldadigheid direct een 2e hamburger gekocht heb.
Eenmaal in Sucre kwam er direct een keurige Boliviaanse man op ons af; of we een taxi nodig hadden? Ja hoor prima. Voor €0,55 pp wilde deze man ons wel brengen, dus Sjouk en ik zaten al in de auto
van de man. ‘Nou, dit is geen officiële taxi, dit is levensgevaarlijk blablabla...
Ten eerste zijn er geen officiële taxi's hier en ten tweede ben ik wel klaar met jullie, graag of niet, wij gaan in ieder geval. Nou, na een hoop gemompel tegen elkaar, zoals alleen koppels in het
openbaar dat kunnen, besloten ze toch maar in te stappen. Het was laat, donker en een alternatief hadden ze ook niet echt he?!
Goed, wij zullen wellicht wel wat naïef zijn enzo, maar wij springen altijd in elk koekblik dat langs komt rijden als we een lift nodig hebben, die mensen willen ook maar gewoon wat verdienen
toch...
Enfin, dat Engelse stel zal vast op hun blog beschreven hebben hoe ze met een paar roekeloze gekken in een onbekende auto zijn gestapt en bijna overvallen waren. Wij daarentegen werden 15 minuten later keurig voor ons hostel afgezet door een Boliviaanse man die maar wat blij was dat hij 20 Bolivianos kreeg voor een ritje dat later 8 bleek te kosten. Hij blij, wij blij, Engelsen opgelucht. We hebben de dagen daarna geen woord meer met die Engelsen gewisseld. Ga lekker naar Mallorca in het vervolg (al zal dat vast ook heel gevaarlijk zijn).
Verder bleek ons hostel (eigenlijk voor het eerst hier in Zuid Amerika) zwaar besmet met hippies, maar dan ook wel direct het echte werk met gitaren en 5L pakken wijn enzo.
De daarop volgende dagen waren slopend voor ons, wij hadden namelijk ineens, na 7 maanden met z'n 2en te zijn geweest, een soort van sociaal leven... Onderschat dat niet, dat is dodelijk. Een
40urige werkweek, baby's, studeren vast allemaal ook, maar lang niet zo uitputtend als dit.
Lunchafspraken, koffiedrinken, potjes schaken, baby's bekijken, dineren, bier drinken, 't viel allemaal niet mee. Zo hebben we onder andere nog pasta gegeten bij een Italiaanse expat die 's avonds
van zijn woonkamer een restaurantje maakte, erg leuk en lekker.
Na 5 ‘drukke' dagen, we hebben niet eens foto's gemaakt in Sucre, was het voor ons weer tijd om verder te gaan. Geke bleef uiteraard achter en Tim en Cassandra bleven ook nog 2 weken hangen. Wij daarentegen hadden ons getrakteerd op een vliegticket van Sucre naar Santa Cruz, een vlucht van slechts 30 minuten voor $58pp om niet 15 uur in een Boliviaanse bus te hoeven zitten. Eenmaal op het vliegveld vond men het nodig om onze vlucht te annuleren. Zal ons leren met onze decadentie.
De reden van annulering blijft tot op de dag van vandaag vaag en verder konden we vriendelijk doch dringend doodvallen. Derhalve presenteer ik u, met stip op 1 op onze zwarte lijst van
vliegmaatschappijen: Aerosur.
Wachten op de volgende vlucht, de volgende dag, had voor ons geen zin aangezien wij dan al in het volgende vliegtuig van Santa Cruz richting Asuncion moeten zitten, dus of we alsjeblieft ons geld
terug mogen, aangezien jullie de gekochte dienst niet leveren?
Hahaha, goeie, oeps ik bedoel wij spreken geen Engels.
Om een lang verhaal kort te maken; geld terugvragen moesten we maar in Santa Cruz doen, daar moesten we zelf maar zien te komen en nu heb ik geen zin meer in jullie gezeik.
4 Fransen zaten in tijdnood aangezien zij de volgende ochtend hun vlucht naar Frankrijk moesten halen in Santa Cruz en zij stelden voor om met z'n 6en een busje te charteren richting Santa Cruz. Dit bleek na een hoop onderhandelen nog altijd bijna duurder dan de originele vliegtickets, dus het gevolg was dat wij uiteindelijk toch nog braaf die helse 15uur durende busrit moesten ondernemen. Enige troost waren de Boliviaanse bakjes Kapsalon onderweg. Wordt je vast ook heel ziek van, ik heb er keurig weer 2 gehad.
De Fransen haalden hun vlucht, wij hebben wat vage declaratieformulieren van Aerosur (naar ons geld zullen we ongetwijfeld kunnen fluiten) en na een paar uur wachten op het vliegveld van Santa Cruz (er was een Subway, gratis wifi en Ajax won met 2-0 van PSV) konden ook wij eindelijk aan boord van onze vlucht met TAM (niet Aerosur) naar Asuncion, de hoofdstad van Paraguay. Bij het inchecken sprak men Engels, de stewardessen waren plaatjes en het eten was naar vliegtuigbegrippen redelijk. Zo moeilijk is het dus echt niet.
Mountainbiken over ‘El camino de la muerte', zoutvlaktes en een sociaal leven. Bolivia bleek een onverwacht hoogtepunt. En het is ook nog eens zo goedkoop dat je soms bijna moet lachen bij het afrekenen.
S&Q.
N.B.
- Bolivia is overspoeld met Israëliërs die stoom komen afblazen na hun militaire training.
- 0,5L vers vruchtensap (welke combi dan ook) kost op de markt €0,44. De berg eten die een 2gangen lunch heet €1,10.
- We hebben in La Paz 15 minuten gedaan over het ¾ nemen van een rotonde met een busje. Toeteren is dan echt zinloos. Maarja, je moet toch wat om de tijd te doden.
- Frans=Spaans. Althans, als je Frans bent. Niet als je Spaans bent.
- Frans is overigens ook Engels, Duits, Chinees en Swahili. Ze zullen het wel nooit leren. En ach, ik mag ook niet teveel zeggen; lekker door Zuid Amerika trekken zonder Spaans te kunnen.
- In Sucre is een basisschool die gefinancierd is door Duitsland. Lang leve ontwikkelingshulp toch?
- Het schooluniform is echter wel een shirt in de kleuren van de Duitse vlag, mét adelaar op de borst.
Peru
Eenmaal aangekomen in ons guesthouse in Lima vielen wij natuurlijk direct als een blok in slaap. Totdat ik om 3:45u weer heerlijk klaarwakker, rechtop in ons bed zat. Jetlag, dat was nieuw deze
reis.
De volgende dag was het een heerlijke 28 graden hebben wij het best wel schattige historische centrum van Lima bezocht. Zo zijn we onder andere in een grote oude kerk geweest waar ze grafkelders
met honderden skeletten zouden moeten hebben. Na €2,- entree per persoon betaald te hebben moesten we eerst even wachten, wat bleek: mochten/moesten we leuk met een 1,5 uur durende rondleiding mee
door de kerk, in het Spaans. Helemaal aan het einde gingen we dan eindelijk de kelders in, maar mochten er helaas geen foto's gemaakt worden.
Verder hebben we daar nog een authentieke Lima-tiaanse lunch genuttigd met veel bonen, mayonaise en vlees. Goed voor de darmen.
's Avonds hebben we nog een soort van fontijn/licht-show gezien in een park en om 20u was het volgens mr. Jetlag alweer de hoogste tijd.
De volgende dag hebben we nog wat door de wijk Miraflores, waar ons guesthouse stond, gelopen en dat zag er allemaal erg leuk uit. We hadden eigenlijk wel een dagje langer in Lima willen blijven, een leuke stad en het was heerlijk weer, maar helaas was het guesthouse volgeboekt, dus gingen wij die avond maar weer verder met de bus richting Cusco 20 uur verderop.
Voor $68 per stuk hadden we nogal prijzige buskaartjes, maar dan krijg je wel wat: individuele stoelen die bijna horizontaal kunnen, koffie/thee/fris, avondeten, ontbijt, 20 uur lang films met Engelse ondertiteling en het belangrijkste van alles; gratis WIFI tijdens de reis! Goed, alleen wanneer er telefoonverbinding mogelijk was en dan nog was het niet heel stabiel, maar wij hebben heerlijk kunnen genieten van de 6-2 van Twente tegen PSV over de radio.
Aangekomen in Cusco op 3400m dachten wij wel even van het busstation naar ons hostel te lopen. Helaas was het plein dat wij gezien hadden onderweg niet het grote plein van de kaart en werd onze
wandeling nog best een onderneming met volle bepakking op die hoogte. Het 2persoons bed in het hostel bleek toch echt meer een twijfelaar en wanneer je de wc doorspoelde dan liep de badkamer vol
met bruin water. Het meisje van de receptie sprak ook uitsluitend Spaans, maar de volgende dag hadden we wel een grotere kamer met schone badkamer. Met armen en voeten, Engels en Frans kom je toch
een eind...
Warm water bleek wel nog steeds lastig en bij 12 graden is douchen met koud water ook niet heel aanlokkelijk.
Wel bleek er naast ons hostel een Nederlands eetcafe te zitten waar broodjes kroket en hutspot op het menu stond. De Nederlandse eigenaar heeft ons nog wat prima tips gegeven en een andere Nederlander daar nodigde ons uit voor een (gratis) tour door Cusco de volgende dag die lekker kort, krachtig en interessant was.
Naast een mooie stad is Cusco ook het vertrekpunt voor bezoekjes aan de Machu Picchu en wij vertrokken dan ook een paar dagen later die kant op. Vanaf Cusco eerst met de bus en daarna overstappen op de trein die prachtig tussen bergen doorkronkelt. Helaas hadden wij onderweg meer dan 3 uur vertraging omdat er een enorm rotsblok op de rails was gevallen...
's Avonds laat kwamen we dan eindelijk aan in Aguas Calientes, het helemaal niet toeristische stadje vanaf waar 's ochtends de bussen naar de Machu Picchu vertrekken. Onze hotelkamer had de beste douche die we de afgelopen 6,5 maand gehad hebben en om 5 uur stipt zaten wij aan het ontbijt om met de eerste bus naar boven te gaan. Althans, dat dachten wij, maar de eerste bus zat al vol met Japanners die blijkbaar voor de bus geslapen hebben ofzo.
Om 6:15u stonden wij boven op de Machu Picchu en hadden wij het hele complex, op wat Japanners na, nagenoeg voor ons alleen. Na een aantal goede foto's werd het ineens zwaar bewolkt en begon het te regenen. Het gevolg was dat wij om 9:45u weer beneden in het stadje aan een hamburger zaten en nog tot 16u moesten wachten tot onze trein weer richting Cusco zou vertrekken. Gelukkig brak 's middags de zon nog hevig door en hebben wij op het pleintje op een bankje in de brandende zon met de wifi-verbinding van een restaurant nog een beetje voetbal kunnen luisteren. Ja, wij zijn saai, maar iets anders was er ook niet echt te doen in dat stadje.
Rond 21u waren we weer in Cusco en ben ik nog goed te grazen genomen door onze taxichauffeur met een prachtig uitgevoerde wisseltruc. Het ging maar om €1,65, maar ik was zo kwaad op mijzelf dat mij dat overkwam...
Enfin, snel vergeten en naar bed, want de volgende ochtend om 7u gingen we alweer met de bus verder.
Deze bus zou ons van Cusco naar Puno brengen, dat aan het Titicaca meer ligt vlak bij de grens met Bolivia. Onderweg zou de bus nog op een aantal plekken stoppen en hadden we zowaar een Engels sprekende gids aan boord. De bus werd verder bevolkt door een 30tal bejaarden uit Duitsland die geen Engels en geen Spaans spraken, maar wel heel geïnteresseerd waren zodat wij mooi op de achtergrond konden blijven bij onze bezoekjes aan: een 16e-eeuwse kerk, een oud Incadorp, een lunch met authentieke Peruviaanse fluitband (joepie), een bergpas op 4350m en een museumpje.
In Puno was het zowaar nog kouder dan in Cusco en je hoort hier drijvende rieteilandjes op het meer te bezoeken. Ik wilde dat heel graag in deze snerpende kou, maar Sjoukje was hier echt niet voor te porren (het kan mogelijk ook andersom zijn geweest, maar dat kan ik mij niet meer herinneren...). Verder ziet Puno er ook echt niet uit, geen enkel huis is ‘af', dit omdat wanneer je huis ‘af' is je belasting moet gaan betalen en zolang je huis nog in de steigers staat niet. Het gevolg is dus een grote bouwput waar 150.000 mensen wonen.
Gauw weer verder dus en de volgende ochtend zaten we om 7:30u alweer in een bus richting Copacobana (nee, helaas niet dat strand in Rio de Janeiro), een plaatsje net over de grens in Bolivia dat ook aan het Titicaca meer ligt en waar je ook een interessant eiland kan bezoeken... Jullie voelen hem vast al aankomen.
Eenmaal daar kwam de regen weer eens met bakken uit de hemel en hoefde ik dit maal beduidend minder moeite te doen om Sjoukje ervan te overtuigen dat ook dit geen goed plan was. Snel even een restaurantje in waar internet was om een hostel in La Paz te boeken en even te ontbijten (Sjoukje kreeg yoghurt met popcorn...) en weer door de bus in richting La Paz.
Zo dat was Peru.
Vink: Machu Picchu
S&Q.
N.B.
- In Peru is men dol op kaas en mayo. Ik ook.
- Ons steenkolen-Spaans gaat wel elke dag nog met sprongen vooruit.
- We hadden vrijwel geen last van de hoogte itt Tibet, apart.
- In Lima stikt het van de oude Volkswagen Kevers.
- Zuid Amerika is wel significant duurder dan Azie...
- Ik ben het er nog altijd niet mee eens, maar Sjoukje staat, tegen betaling, met Lama's en meisjes in klederdracht op de foto.
- Je kunt ipv met de bus-trein-bus ook lopend/hikend naar de Machu Picchu, duurt 3 dagen. Is vast ook heel leuk, maar die rails ligt er wat ons betreft niet voor niks.